Oppervlaktekartering

Door middel van het bewandelen in raaien met een tussenafstand van 5 m van een akker wordt een visuele inspectie uitgevoerd naar mobiele resten. Het veld wordt tweemaal belopen waarbij de raaien dwars op elkaar staan.
Een oppervlaktekartering is vooral een zinvol onderzoek wanneer de kans bestaat dat een vindplaats aangeploegd is (geen aanwezigheid van een plaggendek) waarbij de visuele waarnemingscondities optimaal zijn (vers geploegd, na regenbui, geen vegetatie). Een oppervlaktekartering wordt uitgevoerd door een projectleider-archeoloog. Iedere vondst wordt ingemeten en er wordt gekeken of er concentraties aan vondsten zijn. Een concentratie aan vondsten aan de oppervlakte kan namelijk wijzen op een vindplaats in de ondergrond.